Is een sterilisatie altijd succesvol? Treedt er altijd onvruchtbaarheid op?
In de meeste gevallen wel; 99,5%. Soms is er echter blijvende vruchtbaarheid. Dit is een situatie die we gelukkig weinig tegenkomen in onze praktijk. Na een sterilisatie dient het lichaam littekenweefsel te vormen: daar waar de zaadleiders zijn doorgenomen, moet een definitieve onderbreking worden gevormd. In een klein aantal gevallen (0,5%) verloopt dit proces niet […]
In de meeste gevallen wel; 99,5%. Soms is er echter blijvende vruchtbaarheid. Dit is een situatie die we gelukkig weinig tegenkomen in onze praktijk. Na een sterilisatie dient het lichaam littekenweefsel te vormen: daar waar de zaadleiders zijn doorgenomen, moet een definitieve onderbreking worden gevormd. In een klein aantal gevallen (0,5%) verloopt dit proces niet goed waardoor er een zogenaamde fistel ontstaat. In de volksmond is de uitleg dan soms ‘dat de zaadleiders weer aan elkaar zijn gegroeid.’ Een fistel is een medische term voor een ontstane verbinding waardoor lichaamsvloeistoffen of -cellen, in dit geval zaadcellen, van de ene naar de andere ruimte kunnen gaan. Indien, over de maanden, bij meer zaadcontroles levende zaadcellen aanwezig blijken, dient helaas soms een 2e sterilisatie te worden uitgevoerd. Gebeurt zo’n 2e behandeling bij ons dan brengen we daarvoor nooit nieuwe kosten in rekening.
Een half procent blijvende vruchtbaarheid betekent andersom natuurlijk ook dat ons slagingspercentage, d.w.z. mannen die na een sterilisatie in onze praktijk definitief onvruchtbaar zijn, 99,5% is.